In de Alpen, waar de sneeuw ongerept is, de berggeiten van rots naar rots springen en de bergtoppen de wolken raken, woont de jonge Sebastiaan in een vredig dorpje, net voor de inval van de Duitsers. Op een dag komt Sebastiaan oog in oog te staan met een wilde hond. Hij noemt haar Belle. Een diepe vriendschap bloeit op. Maar de dorpelingen verdenken Belle ervan de schapen te doden. Dus gaan ze op jacht… Ondertussen zorgt de bezetter voor beroering in het dorp en verweven heel wat verhalen zich met dat van Belle en Sebastiaan...