Herman en de zes (Songtekst)
Songtekst begintune
Dit is Klabas
Hij draagt een das
En is ontzettend handig
Hij houdt van kilometers drop
En slaat meestal de spijker op z’n kop
En wie is dat?
Harry, Harry, Harry Son
Heeft donkerblonde haren
En als ie goed geluimd is
Dan kietelt ie wat snaren
En wie zijn dat
Dat zijn Hans de kok en kok
Zij koken en zij blazen
Van hoempapa tot chique barok
Vol theemutsen en glazen
En wie is dat?
Erik die woont in de kast
Daar is het stil en vredig
Hij luistert daar in alle rust
Naar discobeat en Van der Dust
Maar wie dat is, weet niemand
En wie is zij?
Marlous mijn vrouw
Ik hou van jou
Is schooljuffrouw en vrolijk
Zij drinkt graag thee en chocola
En blijft het allerliefste na het eten drie uur praten
En wat is dat?
En wat is dat?
En wat is dat?
Vlinder is een lieve schat
Vier poten en twee oren
Als hij gaat staan is de kamer vol
Met woef en waf en kwispelen
Met kwispelen?
Met kwispelen!
O ja, en ik ben Herman
Ik spring de gaten in de lucht
Speel een triool op een viool
Omdat ik die niet zingen kan
Niet zingen kan?
Niet zingen kan!
© KRO/Harlekijn Holland